Het is een hele hectische, drukke avond in het hospice. De verpleegkundige vraagt of ik even bij meneer Soer binnen wil lopen. Hij wil een Whatsapp sturen naar zijn vrouw, maar heeft daar wat hulp bij nodig. Ik ga naar kamer 5 en maak kennis met hem. Hij is gisteren in het hospice aangekomen na een periode in het revalidatiecentrum.
Vanuit de hectiek heb ik even een moment nodig om tot mezelf te komen. Intuïtief voel ik aan dat hier nu rust en tijd nodig is. Ik kijk om me heen. Vanmiddag heeft zijn vrouw een zelfgemaakte quilt opgehangen voor wat meer thuisgevoel. Ik zie zachte kleurtinten. Geel als uit een korenveld, olijfgroen en hemelsblauw, met liefde en zorg samengesteld.
Noodzaak
Ik richt me weer tot meneer Soer. Als hij mij zijn telefoon geeft voel ik zijn noodzaak voor het berichtje. Ik zie dat het laatste contact via Whatsapp met zijn vrouw ongeveer een maand geleden is. Even bevreemd mij dat. Na jaren samen gingen ze een aantal weken geleden voor het eerst gescheiden de nacht in. Heeft hij zijn vrouw al die tijd geen fijne nacht kunnen wensen?
Het bedienen van zijn telefoon kan hij zelf niet goed meer. Vanwege een hersentumor heeft hij last van trillingen in zijn handen. Ook heeft hij moeite met spreken. Ik vraag wat hij graag aan zijn vrouw wil appen. Ik luister zo goed mogelijk, zijn stem klinkt warm en liefdevol. Ik typ in wat ik hem hoor zeggen. Zinnen vol liefde verschijnen in het scherm. Ik hou zijn mobiel voor hem omhoog, hij leest het bericht. Er moet nog een hartje bij, dan is het goed. Ik laat hem op verzenden drukken, zodat hij de regie heeft over wat er verstuurd wordt. We wachten even in stilte, dan komt er een antwoord van zijn vrouw. Hij laat het bericht op zich inwerken en glimlacht dan. Ik luister naar zijn antwoord aan haar, typ het in en laat het hem weer lezen. Wanneer hij tevreden is, drukt hij weer op verzenden. Dit proces gaat zo nog een paar keer heen en weer.
Op de gang hoor ik hectische geluiden. Ze zijn dichtbij, maar ergens lijkt het alsof ze heel ver weg zijn. Ik bevind me in een cocon, met meneer Soer, zijn mobiel en zijn vrouw. Zijn vrouw die ver weg is, maar dichtbij lijkt.
Stiekeme toeschouwer
Ik voel me een stiekeme toeschouwer bij dit intieme liefdesverhaal. Het is zo privé. Ik ken hem nog maar net en ik typ zijn liefdesberichten aan haar. Aan haar die ik niet ken.
Dan laat zijn vrouw weten dat ze even met de verpleegkundige gaat bellen. Het praten gaat moeizaam, maar dat weerhoudt Meneer Soer niet om zijn verhaal te delen. Hij vertelt dat hij ongelooflijk trots is op zijn vrouw. Dat hij heel veel vertrouwen heeft in haar veerkracht op het moment dat hij er niet meer zal zijn. Een paar tranen rollen over zijn wangen.
De volgende dag, laat in de middag, krijg ik via de mail bericht dat Dhr S van kamer 5 is overleden. Ik ben even geschokt, zo snel al? In de avond voor zijn overlijden heeft hij de laatste liefdesberichten uitgewisseld met zijn vrouw. Ik ben diep geraakt, hij moest en zou haar appen. Zou hij aangevoeld hebben dat zijn sterven nabij was?
Verhaal door Bertine Rosink (vrijwilliger hospice)