Humor kan een krachtige en waardevolle aanvulling in de palliatieve zorg. Het biedt niet alleen verlichting in moeilijke situaties, maar kan ook zorgen voor verbinding, ontspanning en zelfs een moment van vreugde, zowel voor patiënten als voor zorgverleners.
Dat humor belangrijk wordt gevonden bleek wel bij de opkomst van de bijeenkomst woensdag 11 september. Maar liefst 50 deelnemers van zowel onze eigen organisatie als van collega-organisaties namen deel aan deze avond.
De bijeenkomst werd geleid door Marcellino Bogers, theatermaker, schrijver en specialist in de inzet van humor binnen de zorg. Marcellino illustreerde met pakkende voorbeelden hoe humor het levenseinde minder zwaar kan maken, zonder de ernst van de situatie te ontkennen. Hij benadrukte dat je geen cabaretier hoeft te zijn om humor effectief in te zetten. Het gaat vooral om de alledaagse humor – een spontane grap of een speelse opmerking kan al voor verlichting zorgen. Zijn praktische benadering en inspirerende verhalen gaven de deelnemers nieuwe inzichten in het gebruik van humor in hun eigen werk.
Het omgaan met lijden en afscheid nemen kan emotioneel belastend zijn, zowel voor patiënten als voor hun naasten en de betrokken zorgverleners. Juist in deze momenten kan humor helpen om de spanning te doorbreken en de menselijke kant van de zorg te benadrukken. Het biedt ruimte voor luchtigheid, zonder het verdriet of de ernst van de situatie te bagatelliseren. Bovendien blijkt uit onderzoek dat humor bijdraagt aan een gevoel van controle en eigenwaarde bij patiënten.
De bijeenkomst heeft eens te meer aangetoond dat humor niet alleen een middel is om te lachen, maar een essentieel hulpmiddel kan zijn om het welzijn van palliatieve patiënten te verbeteren en in verbinding te zijn met elkaar. Het gebruik van humor in de zorg vraagt om zorgvuldigheid, maar kan een diepgaande, positieve impact hebben op het levenseinde.
Uiteraard is zijn boek met achtergrondinformatie en tips voor al onze vrijwilligers en verpleegkundigen beschikbaar in onze bibliotheek.
Tekst door: Petra Alting von Geusau (coördinator)