Het is mijn eerste nachtdienst nadat ik een week niet gewerkt heb in het hospice. De overdracht is net voorbij. Je was onrustig geweest vandaag, soms wat verward, vertelde mijn collega. Je was moe en wilde vooral graag slapen. En slapen dat deed je ook, tot halverwege de nacht.
Tijdens mijn volgende controleronde ben je weer wakker. Niet alleen wakker, maar direct scherp, zoals ik je ken. “Daar heb je die Vlaardingse weer, kom je ook weer eens kijken.” Ik moet lachen. ‘Die Vlaardingse’, zoals jij me altijd noemt, want Vlaardingers zijn volgens jou toch een apart slag volk.
Praten lucht op
Zuchtend vertel je me “Ze duren steeds langer, die nachten. Slapen wordt hem niet meer vannacht.” Ik pak een stoel en kom naast je bed zitten. Je begint te vertellen, haarscherp en ontzettend open. Over vroeger, het veel te vroege verlies van een dierbare. Over de jaren van ziekenhuis in en ziekenhuis uit. Over de steun die je van je partner hebt ervaren. De steun en onvoorwaardelijke liefde. En dan tenslotte, over de dood. Vooral je angst voor de dood. Om de controle te verliezen.
Nooit eerder was je zo open naar mij, maar ook niet naar jezelf. We praten over je angsten, onzekerheden en vragen rondom de dood. Antwoorden kan ik je niet geven, maar dat verwacht je ook niet. Luisteren blijkt genoeg. Er biggelt een traan over je wang terwijl je een zucht slaakt. Voor het eerst durf je aan jezelf toe te geven dat het loslaten, overgeven en verliezen van controle veel met je doet. Het toegeven hiervan lijkt je op te luchten. Je gespannen schouders komen tot rust en je ademhaling wordt rustiger.
De Slimste mens
Na een uur vind je het praten wel genoeg geweest, “Het mag dan wel nacht zijn, maar is er niks leuks te zien op die tv?” vraag je me. Hiermee maak je me duidelijk dat het tijd is voor iets luchtigs. Na wat zappen eindigen we bij een aflevering van de Slimste Mens. Een favoriet programma van ons allebei. Samen kijken we de aflevering terug. We lachen om Maarten van Rossum, geven commentaar op een van de spelers en er volgt een onderlinge competitie op wie de meeste vragen kan beantwoorden. Het voelt bijzonder, om na zo’n openhartig gesprek samen te lachen. Na de aflevering dek ik je weer toe en val je al snel in slaap.
Wanneer ik mijn laatste controleronde loop lijk je nog steeds te slapen. Tot ik je kamer binnenloop. Je draait je gezicht naar me toe en pakt mijn hand vast. “Bedankt. Bedankt voor al je steun, voor alles. En dat voor een Vlaardingse.”
Dankbaar dat ik voor je mocht zorgen
Ik heb nog een aantal weken regelmatig voor je mogen zorgen. In deze weken hebben we veel gepraat, gediscussieerd en geluisterd naar de muziek die je mooi vond. In deze weken heb ik je leren kennen als een krachtige, eigenzinnige en bijzonder intelligente man. Een man die zichzelf soms zo in de weg kon staan, door zijn angst om los te laten. De gesprekken die we voerden hebben een diepe indruk achter gelaten bij mij. Wanneer ik de Slimste Mens kijk, denk ik nog regelmatig terug aan deze nachtdienst. Dankbaar ben ik, dat ik als verpleegkundige in het hospice iets heb kunnen betekenen in de zorg rondom jouw laatste levensfase. En dát voor een Vlaardingse.
Door Tamara van der Steen (verpleegkundige)