We hebben een nieuwe bewoner in kamer 3. Ik klop op de deur en na een vriendelijk “ja” stap ik naar binnen. Zo’n eerste keer bij een nieuwe bewoner is altijd even aftasten. In de kamer zitten een dame op leeftijd en een man van middelbare leeftijd die haar zoon blijkt te zijn. De dame heeft een voor mij een bekend gezicht en zij kent mij ook. Maar waarvan? We graven beiden diep in ons geheugen, zonder resultaat.
Oude bekenden
Dan zegt de zoon: ”Hé maar ik ken jou ook!” Hij heeft inderdaad wel iets bekends, maar ook hier valt het kwartje niet. Plotseling verschijnt er een grijns op zijn gezicht. “Ben je nog steeds samen met Lex en wonen jullie nog steeds in de Ministerbuurt?” Intussen draait mijn geheugen overuren. Wie is die man? Hij gaat nog even verder. “Ja, ik kwam vroeger regelmatig bij jullie over de vloer. Weet je echt niet wie ik ben?” vraagt hij lachend. Hij heeft er duidelijk plezier in dat ik nog steeds niet weet wie hij is. Zijn moeder luistert geanimeerd naar ons gesprek.
Geheugenlaadjes
“We gingen zelfs met elkaar kamperen.” Ik krijg het er een beetje benauwd van. Hoe kan ik zo iets nou vergeten zijn? Ik geef het op en smeek hem te vertellen wie hij is. Hij zegt: ”Ik ben Harry, een oud-collega van Lex. Weet je nog?” Opeens komt het allemaal weer boven, namen van collega’s, de gezellige etentjes, visites en uitjes. Grappig hoe nu alles weer terugkomt, al is het een eeuwigheid geleden.
Ineens weet ik ook weer waar ik onze nieuwe bewoner van ken. Gek genoeg niet via haar zoon. Zij werkte jarenlang in een bekende Delftse winkel. En ze was de buurvrouw van mijn tante waar ik vaak kwam. Er gaan steeds meer geheugenlaadjes open en vullen de tijd met herinneringen. Wat fijn om elkaar opnieuw te ontmoeten en hernieuwd kennis te maken. Ik wens jullie een mooie tijd hier in ons hospice.
Door Ank Mokveld (vrijwilliger hospice)