Daar staat ze dan. Als een prinses te stralen in haar nieuwe woonruimte. Trots kijkt ze rond. Het is echt haar plekje, met haar bijzettafeltje, prulletjes en mooie lamp. Niets aan haar verraadt dat dit haar laatste thuis zal zijn. Een plek waar ze nog bijna 6 weken geniet van het leven en van haar dierbaren.
Twee weken eerder werd Tiny opgenomen in het ziekenhuis. Uitgezaaide darmkanker bleek de oorzaak van de aanhoudende klachten waar ze al lang mee liep. Tiny was altijd een actieve dame geweest. Zorgde jarenlang voor haar dementerende echtgenoot, die nu noodgedwongen naar een verpleeghuis moest. Het gezin gunde Tiny nog een aantal rustige jaren. De diagnose hakte er dan ook flink in.
Ze kon tot haar einde in het ziekenhuis blijven, in een eigen kamer. Maar een ziekenhuis is toch een kille en klinische omgeving. Verpleging doet haar stinkende best, maar er is geen tijd voor echte aandacht. Tiny verdient beter. Toen zoon Johan een kijkje ging nemen in het hospice was hij dan ook snel overtuigd.
2.000 stappen
In het hospice bloeit Tiny helemaal op. Ze pakt regelmatig haar rollator voor een boodschapje in de Hoven. Had ze toch weer mooi 2.000 stappen gezet. Of ze pakt haar gewichtjes en oefent mee met NL in beweging. “Pak je rust ma.” zegt Johan haar steeds. Maar nee, niet Tiny. Ze voelt zich sterk.
Door de liefdevolle zorg in het hospice kan het gezin de tijd optimaal benutten. Ook de familie wordt ontzorgd. Johan voelt zich soms bezwaard. “Koffie halen kan ik ook zelf.” De vrijwilliger antwoordt standaard: “Nee, jij gaat lekker bij je moeder zitten.” Die tijd blijkt waardevol. Verhalen komen los en onbeantwoorde vragen krijgen een antwoord. In het hospice wordt meer gepraat dan ooit.
Johan belt iedere ochtend om te vragen hoe het gaat met zijn moeder. “Dat hoefde ik in het ziekenhuis niet te doen. Dat is daar niet voor ingericht.” Johan gaat met veel plezier iedere dag op visite. “Ma, tot morgen.” Het voelt niet alsof er iets aan de hand is. Ze kijken zelfs WK-voetbal op de kamer, met bitterballen en onder luid gejuich. Dit is leven waar het leven voor is, genieten. Bij pijn wordt er snel geschakeld. Hierdoor is de kwaliteit van leven lang heel hoog. Het gezin heeft het idee dat het nog lang kan duren zo. Toch wordt het onvermijdelijke besproken. En ook daarin wordt het gezin goed begeleid door het personeel.
Laatste woorden
Maandagavond heeft Tiny vrienden uit Nijmegen op bezoek. Ze appt nog even met Johan. “Het was leuk. Ik ga nu slapen. Tot morgen.” De volgende ochtend is het foute boel. Johan herkent zijn moeder niet meer. Ze zijn op het punt gekomen dat ze een keuze moeten maken.
Johan vraagt haar: “Ma, wat wil je? Wil je lekker gaan slapen? Dan is dit ons laatste gesprek. Misschien hoor je mij nog. Ik blijf bij je tot het klaar is.” “Fijn” was haar antwoord. Hij gaf haar een aai over de bol, pakte haar hand vast en fluisterde “Slaap lekker ma.”. “Dank je wel.” Op woensdagochtend gaat Tiny slapen, om nooit meer wakker te worden.
Op haar nachtkastje ligt een boek met korte verhalen van Paul van Vliet. Ze is tot de helft gekomen. Ondanks dat Johan dyslectisch is, pakt hij het boek en leest haar voor. Die middag leest hij het boek voor haar uit. Als Tiny’s zus belt zet Johan haar op de luidspreker. “Ma, ik heb Sjaan aan de lijn.” Sjaan zegt haar zus gedag. Ze horen tweemaal een puf, toen niets meer. “Sjaan, je bent bij haar laatste momentje geweest.”
Het vertrek uit het hospice wordt zelfs nog komisch. De mannen van de begrafenisonderneming zijn keurig in zwart pak gestoken. Johan grapt dat het net pinguïns zijn. Deze humor past in het gezin, zelfs op zo’n beladen moment. Zo vlak voor Kerst is de hal beneden omgetoverd tot winterwonderland. Als ze achter de brancard de hal in lopen beginnen de pinguïns in het winterlandschap te bewegen. De familie verlaat luid lachend het pand. Tiny lacht vast mee.
Tiny Wensveen, 25 augustus 1938 – 14 december 2022
Door vrijwilliger Amanda van der Zwaan, in gesprek met Johan Sosef (zoon Tiny Wensveen)
Dit verhaal leest u terug in ons jaarverslag 2022. Met de verhalen in dit jaarverslag vragen wij aandacht voor de moeilijke zoektocht naar een nieuwe locatie in Delft.